Wie ként de leerstijlen van Kolb eigenlijk (niet)?
Er lijkt geen trainer, docent of begeleider te vinden te zijn, die nog nooit van Kolb gehoord heeft. Ruim veertig jaar na zijn eerste onderzoeken naar leerstijlen is hij nog steeds gezichtsbepalend in veel onderwijs- en opleidingsorganisaties. Toch is er ook veel kritiek.
Kennen en kénnen
Laatst stond ik voor een groep trainers en begeleiders en bedacht dat ik wel een mini-onderzoekje kon doen:
- Wie kent Kolb? Stevige instemming!
- Wat waren ze ook alweer…denker, doener, beslisser en..? Dromer! (voor de oplettende lezer, dit is geen terminologie van Kolb)
- Wie gebruikt de scan van Kolb? Iets gemorrel, maar wel zo’n 85%
- Wie weet zeker dat hij de officiële versie van de Kolb-scan te pakken heeft? Stilte (Wikipedia meldt dat de rechten exclusief vergeven zijn aan Hay Group)
- Wie heeft Kolb in zijn kast staan? Wederom, stilte
- Wie heeft ooit een officiële bron van Kolb (geschreven door de man zelf) geraadpleegd?Tja, grootse stilte
Hoe is dit toch te verenigen met die impact die Kolb met zijn leerstijlen heeft op onderwijs en opleiden? We kennen hem wel, maar we kénnen hem eigenlijk niet echt.
Een paar weetjes
David A. Kolb is geboren in 1939 in de VS. Hij promoveerde aan Harvard in 1967, en is momenteel Professor of Organizational Behavior aan de Weatheread School of Management. Naast zijn werk als grondlegger van ‘experiential learning’, is hij vooral actief als denker over gedrag in organisaties. Kolb heeft grote bekendheid gekregen met zijn Learning Style Inventory. Hij publiceerde zijn grote werk in 1983.
Wat is leren volgens Kolb?
Leren is voor Kolb het oplossen van conflicterende manieren van kijken naar de wereld. Dat kan het conflict zijn tussen een concrete ervaring en een abstracte theorie, of tussen observatie en actie, of tussen denken en doen. Het gaat in zijn opvatting dus per definitie over spanning en conflict. De confrontaties kunnen zich voordoen tussen vier typen vaardigheden:
- Concrete ervaringsvaardigheden (CE): je volledig, open en zonder vooroordeel durven storten in een ervaring.
- Reflectieve observatievaardigheden (RO): kunnen reflecteren en observeren van die ervaring vanuit verschillende perspectieven.
- Abstracte conceptualiseringvaardigheden (AC): concepten kunnen creëren waarmee de observaties onderdeel worden van logisch klinkende theorieën.
- Actieve experimenteervaardigheden (AE); deze theorieën kunnen gebruiken om beslissingen te nemen en problemen op te lossen.
Kolb vervat deze vier polen in een cyclisch leerproces en leidt van hieruit de stijlen af. Het is goed om te weten dat de variant: bezinner, beslisser, denker, en doener, niet van Kolb komt, maar een bewerking van Honey en Mumford (1970) (een mooie samenvatting is te vinden op de infed.org site).
Wat is de kritiek?
Er is veel kritiek op het model van Kolb (samengevat door Coffield en zijn team, 2004, maar ook door anderen). We vatten de belangrijkste elementen puntsgewijs samen:
- Er wordt uitgegaan van twee assen, die niet ‘bestaan’ (er is geen grond voor de tegenstellingen)
- De test is niet valide
- Het benoemt reflectie, maar biedt er geen diepgang in
- Het model labelt vooral, en zet nauwelijks aan tot reflectie (dat doen overigens meer modellen)
- Er is geen ruimte voor culturele diversiteit
- Leren is niet cyclisch, en de verschillende stappen doen geen recht aan het grillige proces dat leren en denken eigenlijk kenmerkt
- De empirische basis is zwak
- Elementen als: zelfsturing, impliciet leren en sociaal leren vinden geen plek
- De relatie tussen kennis en leren is complexer dan Kolb hem typeert
Coffield en anderen zaaien gerede twijfel, lijkt het zo.
Hoe kijken wij er tegenaan?
David Kolb heeft diversiteit in leren op de kaart gezet. Wat hij heeft, bereikt roept bewondering op. We hebben twee relativeringen bij de kritiek. Ten eerste, de impact van een dergelijk model is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van het bijbehorende gesprek. En ten tweede, we denken ook dat er sinds die tijd zoveel gebeurd is in en om het leren, dat elk model verouderd zou zijn. Tijd dus voor een nieuwe insteek. Daarbij denken wij dat het belangrijk is om meerdere modellen naast elkaar te gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan:
- De drie vormen van intelligentie van Robert Sternberg (Praktisch, Analytisch, creatief)
- De drie leerstijlen van Neil Fleming (visueel, auditief, kinestetisch)
- De vier vormen van leren van Guy Claxton (intellectueel, informeel, imaginair, intuïtief)
- De denkgewoonten en leervoorkeuren van Robert-Jan Simons en Manon Ruijters
Wellicht zijn er naast deze perspectieven ook andere die een leerprofiel verdiepen. We houden ons aanbevolen voor suggesties!! En overigens ook voor reacties van mensen die liefhebber zijn van Kolb!