Visie op leren en ontwikkelidentiteit

Tijdens een mooie sessie voor de opleiding verpleegkunde aan de Christelijke Hogeschool Ede over ontwikkelidentiteit kwam de gevreesde vraag over visie op leren naar voren: hoe kom je vanuit de diversiteit in manieren waarop mensen vormgeven aan hun ontwikkeling tot een gedeelde visie op leren? Dat heb ik (Manon) altijd al een complex vraagstuk gevonden. Maar bij die verzuchting kan ik het toch niet laten… Eenmaal thuis en weer een beetje op adem gekomen, kwamen een aantal ideeën naar boven geborreld.

De eerste lijkt eigenlijk simpel: geef ruimte aan ontwikkelidentiteit.

Een van de geheimen van het leren is dat je zelf de grootste expert van je eigen leren bent. Ik had het daar in onze ontmoeting al over dat dat gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Immers, wanneer je wordt geholpen door mensen die je iets willen leren, dan zijn zij degene met verstand van dat ‘iets’. Ik betrapte mijzelf erop dat ik in mijn revalidatie tegen de fysio zei: ‘doe jij maar wat goed is voor mij’. Het zou me niet verbazen als dat in het onderwijs ook vaak de gedachte is van studenten. Dus eigenlijk is het belangrijk dat je je eigen ontwikkelidentiteit steeds beter leert kennen, zodat je sturing kunt geven aan de manier waarop je leert en ontwikkelt. Maar dat je ook aanwijzigingen leert geven aan degenen die jou iets kunnen of willen leren.

De tweede gedachte is: daag uit om het leren te blijven ontwikkelen

De mate waarin we rekening kunnen houden met individuele manieren van leren, kent natuurlijk zijn grenzen. Het is simpelweg niet mogelijk om altijd op iedereen aan te sluiten. Daarbij komt dat het ook niet wenselijk is alleen les te krijgen of dingen te leren op de manier die voor jou favoriet is. Dat hangt samen met een ander goedbewaard geheim in het leren, namelijk: leren kun je leren. Als je alleen maar het leren krijgt aangereikt in jouw favoriete vorm, dan ontwikkelt zich jouw leren zich niet meer verder. Dus zowel voor de begeleider van het leren als voor de lerende zelf is het belangrijk te zoeken naar een optimale, passende vorm.

Mijn derde gedachte, hierop aansluitend: oriënteer je goed op het beroep

De belangrijkste aanwijzing bij het zoeken naar een passende vorm, vinden we in de inhoud van wat we willen leren, het vak. In dit geval de verpleegkunde. Daarin zit een aantal aanwijzingen voor een visie op leren verborgen:

  • Ieder beroep roept een eigen manier van leren op. Door de loop van mijn ervaringen zie ik bij verpleegkunde bijvoorbeeld dat daar het oefenen en participeren als leervoorkeuren meer dan gemiddeld voorkomen. Kijk dus goed hoe beroepsbeoefenaren leren en ontwikkelen. En blijf alert op ontwikkelingen in het vak en welk appèl die doen op het leren.
  • Nu is het zo dat docenten in verpleegkundeopleidingen vaak zelf ook in de verpleging hebben gewerkt (dat is overigens een pré!). Als docent hebben ze nu een ander vak en daarmee ontwikkelen zich andere leervoorkeuren (of misschien waren die al in aanleg aanwezig en droegen ze bij aan de loopbaanontwikkeling tot docent). Ik kan me voorstellen dat je in een visie op leren opneemt dat iedereen die het leren begeleidt zijn eigen ontwikkelidentiteit leert kennen. Maar in dit geval moet je voorzichtig zijn met aan te nemen dat de manier van leren van de docenten model kan staan voor het curriculum. Een van de grootste valkuilen is dat we onze eigen manier van leren projecteren op diegene waarvan we de ontwikkeling begeleiden.

Een vierde, aanverwant aanknopingspunt voor een visie op leren vind je in de beroepsidentiteit. De driedeling die in onze ons model verwerkt is (a. materieel zelf, b. sociaal zelf en c. spiritueel zelf) kan daarbij behulpzaam zijn. Wanneer je dat drieluik nader verkent, kom je bestanddelen tegen zoals de BoKS, de ethische code en de rituelen, maar ook de tastbare uitingsvormen van het vak zoals de kleding en de gebruikte instrumenten. (Kanttekening: bij jullie vraag over toetsing kun je veel houvast vinden in de beroepsidentiteit.)

De praktijk van huidige beroepsbeoefenaren biedt ook nog iets anders: namelijk inzicht in de kritische situaties waar ze mee te maken krijgen. Waar wordt het vak spannend, waar gaat veel energie naartoe, waar zit wat wij dan noemen het ‘identiteitswerk’. Ik zou denken dat een hedendaagse beroepsopleiding de studenten ook versterkt in hun veerkracht, en hun wijsheid. Leren omgaan met situaties waar er geen pasklaar antwoord is, geen voorschrift, of waar je misschien tegen dat voorschrift in moet gaan. Kortom, de ontwikkeling van professional judgement. Dit lijkt me een van de grote uitdagingen van deze tijd en dus zeker in een visie op leren thuishoren.

Tot zover een aantal handreikingen voor het denken over een visie op leren en ontwikkelen. Ik wil alleen nog aanraden niet te lang te blijven hangen in draagvlak creëren. Hoe goed je dat ook doet, het effect daarvan is altijd weer beperkt en teleurstelling is groot als er iemand daarna toch nog zegt: ‘Visie? Maar ik heb niet mee kunnen denken!’ En dat moment komt. Besteed liever energie aan het laten resoneren van die visie, bijvoorbeeld door de dialoog over kritische situaties aan de hand van de vraag: hoe geef jij inhoud aan onze visie in deze situatie?

Groeten, Manon

Meer lezen over ontwikkelidentiteit of daar zelf mee aan de slag gaan?