Waarom Liefde voor Leren werd herzien
Het verschijnen van de nieuwe Liefde voor Leren roept natuurlijk met enige regelmaat de vraag op: wat is er nu anders? Hierbij een kleine toelichting.
Mensen leren en ontwikkelen van nature, en elk mens doet dat op een eigen manier. Zo ook elk team en elke organisatie. We hebben binnen organisaties niet altijd de luxe dit op zijn beloop te laten, maar kunnen het ook niet voor iedereen en voor elk vraagstuk op dezelfde manier organiseren en faciliteren.
Liefde voor Leren laat zien dat een bepaalde aanpak op een bepaalde plek en bij bepaalde mensen heel goed kan werken, maar op een ander moment en bij andere mensen totaal krachteloos is. Om de juiste interventie op de juiste plek vorm te geven, is onder meer inzicht nodig in het type vraagstukken (wat werkt wel en wat niet), in voorkeuren van leren (wat is een prettige en uitdagende omgeving en wanneer kost het energie) en in wat wel en niet ontwikkelbaar is.
Dit boek biedt taal die de diversiteit van leren bespreekbaar maakt en wijst de weg bij het vormgeven van leren en ontwikkelen op individueel, groeps- en organisatieniveau.
Waarom een geheel herziene druk?
In ruim tien jaar tijd is er heel wat gebeurd op het vakgebied van leren en ontwikkelen. De aanleiding om Liefde voor Leren te herschrijven was drieledig: (a) om die ontwikkelingen recht te doen, (b) om de nieuwe ontwikkelingen rondom de Language of Learning aan te vullen (c) om een andere balans te zoeken tussen theorie en praktijk. Over dat laatste: De basis van dit boek is en blijft een proefschrift. Je leest het niet op een achternamiddag. Het is eerder een naslagwerk. Door de loop van de jaren zijn er aardig wat mensen geweest die hebben aangegeven dat het voor een proefschrift opvallend toegankelijk was. Toch bleken ook lezers last te hebben van het onderzoek. Op veler verzoek heb ik die gegevens verplaatst naar de bijlage. Om nog iets meer balans te brengen tussen theorie en praktijk, heb ik handreikingen en casuïstiek toegevoegd. De literatuur is ge-update, maar het onderzoek niet.
En wat zijn dan de veranderingen?
1. Een nieuw deel één over leren, organisatie leren en organisatieontwikkeling
- De eerste versie opende met trends. Het was tijd om die trends eens opnieuw onder de loep te nemen.
- Het onderzoek naar wat leren is, de definiëring, is behouden, maar het stuk over organisatieleren is uitgebreid (meer scherpte in lerende organisatie, organisatieleren, organisatieontwikkeling, HRD,…).
- Het stuk over ontwerpen is geüpdatet en bevat nu bijvoorbeeld ook stukken over dimensies in een ontwerp (tijd, ruimte, intermenselijk, …) en over soorten ontwerpen (gepland en organisch).
2. Het landschap van het leren is uitgebreid:
- Met meer handreikingen over hoe ermee te werken.
- Grondtonen van het leren (een alternatieve indeling die vooral behulpzaam is om je leervraag te typeren en te ontwerpen) zijn toegevoegd.
4. De leervoorkeuren zijn uitgebreid:
- Met een toelichting op de twee nieuwe voorkeuren, imaginair en intuïtief leren. Met dank aan Marjolein Wallenaar voor de verkenningen en het onderliggende onderzoek.
- Met meer casuïstiek en handreikingen voor de interpretatie van leerprofielen.
- Met de nieuwe scans achterin het boek (ook voor 7 voorkeuren).
5. De denkgewoonten hebben in de tussenliggende jaren een aanzienlijke slag gemaakt. Het blijft natuurlijk abstracter materiaal dan bijvoorbeeld leervoorkeuren, omdat het het denken betreft, het ín het hoofd zit. In de tussenliggende jaren zijn echter goede manieren gevonden om met die abstractie om te gaan, het begrijpelijker te maken. De veranderingen in deze versie betreffen:
- Uitsplitsing van drie naar zes denkgewoonten (in de vorige versie waren slechts drie denkgewoonten goed uitgewerkt en werden de andere drie alleen vermeld).
- De nieuwe manier van presenteren van de resultaten.
- Toegankelijkere informatie over de betekenis.
- Meer informatie over het interpreteren.
- Nieuwe scan in de bijlage met meerdere invulmogelijkheden (bijvoorbeeld ontspanning, druk, privé).
Ten slotte
Het veld van leren en ontwikkelen is oneindig groot. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het belang van onderwijs en de vele manieren waarop ontwikkeling in ons leven een rol speelt. Er zijn evenredig veel onderzoekers bezig met dit vakgebied. En de inzichten en ideeën zijn dan ook talloos en gedetailleerd. Ik merk dat vakgenoten dat soms vergeten en kritisch zijn op zichzelf omdat ze verdwalen of vinden niet voldoende te weten. Of dat ze ontmoedigd raken door de enorme hoeveelheid, met als gevolg dat ze de theorie links laten liggen. Een belangrijke reden om dit boek te schrijven en vervolgens te herzien was mijn wens om structuur en overzicht te bieden en te helpen om in de veelheid aan inzichten je weg te vinden.