Onderzoekers en promovendi

Er zijn verschillende onderzoekers en promovendi die met Manon werken aan onderzoek op verschillende thema’s. We zetten er een aantal op een rijtje.

Tom van Oeffelt – onderzoek naar professionele frames

Wat mij fascineert is dat het ene team de opgave waar het voor staat, oppakt en tot iets moois komt, en dat een ander team elkaar zo moeilijk vindt, vervalt in regels en organisatie en dat professionals niet meer weten wanneer ze het goed doen, in de weerstand terecht komen, improductief worden of verstillen.
Deze fascinatie onderzoek ik op verschillende manieren en met verschillende mensen, onder wie Manon als constante metgezel, en met een duidelijk doel: het leren en werken in teams vergemakkelijken.

Ik stel mezelf een aantal vragen. Bijvoorbeeld wat is een professioneel frame eigenlijk. Onze huidige definitie luidt: het door een groep professionals gedeelde kader over wat goed werk is in een opgave. Zo’n professioneel frame is dus van belang omdat het een ‘norm’ stelt in het leren (zonder norm geen reflectie) .

Daarnaast wil ik wel weten hoe frames er in de praktijk uitzien, wat ze ‘doen’ en welk belang ze dienen. De voorlopige resultaten uit de serie interviews met professionals en teamleiders bieden het veelbelovende inzicht dat een frame ook gaat om het delen van de bedoeling van de opgave: journalistiek bedrijven niet voor de kijkcijfers, maar omwille van het aan de kaak stellen van misstanden. We denken dat hier een bron van energie zit.

Inmiddels ben ik zover dat ik ook gestart ben met een actie-onderzoeksproject naar teamleren in het MBO waarin negen teams hun opgave professioneel framen en leren in een afwisseling van actie en reflectie, van framen en reframen. Belangrijke vragen in dit project zijn: hoe komt een team tot een professioneel frame? En: hoe kunnen we het team hierin ondersteunen?

Tot slot ‘onderzoek’ ik mijn fascinatie als intern adviseur in de hogeschool waar ik werk: Aeres Hogeschool Wageningen. Ik begeleid nu een team van onze bacheloropleiding in hun leren rond een nieuwe opgave. Daarnaast werk ik daar als kerndocent in de master Leren en Innoveren en als onderzoeker in de kenniskring van Manon.

Verder praten of eens sparren? Mijn email is t.van.oeffelt@aeres.nl.
Meer over mij vind je op LinkedIn.

Cees den Hartog – onderzoek naar professionele ruimte

De titel van mijn proefschrift “Professionele ruimte: onmisbaar en omstreden” markeert het vertrekpunt van mijn ambitie om een weg naar professionele ruimte te vinden die leraren en onderwijsteams vanuit hun perspectief tot stand kunnen brengen en benutten.

In mijn onderwijsloopbaan veranderde ik vaak van rol, van docent naar coach, van adviseur naar bestuurder, van manager naar onderzoeker. De laatste jaren lag de nadruk op het onderzoek. Verbazing en nieuwsgierigheid, engagement en verzet inspireerden mij op zoek te gaan naar ‘professionele ruimte’. ‘Verbazing’ voelde ik opkomen toen ik mij verdiepte in de vicieuze beleidscirkels van overheden en schoolbestuurders die per kabinetswisseling constateerden dat het teveel aan regels de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede kwam, oplossingen beloofden en in onderzoeken moesten teruglezen dat het (weer) niet gelukt was. Mijn ‘nieuwsgierigheid’ speelde op, ik moest op zoek naar diepere oorzaken dan eindeloze cirkelredeneringen. Talloze gesprekken met leraren en leidinggevenden over regels en ruimte volgden en leiden tot mijn ‘engagement’ en ‘verzet’ tegen de onmacht die ik zag. Beleidsmakers, schoolbestuurders, maar vooral leraren zelf lijken elkaar gevangen te houden in een discours dat hun posities al eeuwenlang bepaalt.

Leraren als beroepsgroep hebben geen directe invloed op maatschappelijke functies van het onderwijs en de manier waarop deze georganiseerd en gepolitiseerd zijn. Onderwijs is vanuit een beleidsperspectief een (risicovol) uitvoeringsinstrument dat moet voldoen aan steeds weer nieuwe opdrachten met externe normeringen en verantwoordingsplichten. Professionele waarden en normen lijken daaraan ondergeschikt. Overheid en bestuurders regisseren de invloed van de beroepsgroep in scenario’s van beroepsprofielen, medezeggenschapreglementen en organisatorische constructies van een landelijke beroepsgroep. Leraren vervullen daarin een bijrol.

Leraren komen in actie om deze patstelling te doorbreken wanneer ze ‘ruimte tussen de regels’ ontdekken, kritisch reflecteren op hun rol en positie als ‘frontlinieprofessionals’ en inzicht krijgen in (onbewuste) keuzeprocessen waarin alternatieve handelingsperspectieven geblokkeerd of juist geactiveerd raken. Gedrag, het handelen van leraren is niet volledig stuurbaar met beleidsinterventies. Er blijven altijd professionele keuzes mogelijk en noodzakelijk. Mijn studie laat zien hoe ‘niet geregelde ruimte’ professioneel te benutten is. Het onderzoek toont aan dat dat al veel gebeurt, maar zeker beter kan en meer gedragen kan worden door teams, scholen en het collectief van de beroepsgroep.

Het concept van mijn proefschrift is momenteel onderhevig aan een eindredactieslag. Ik hoop begin 2022 te promoveren. Mail chartog47@gmail.com met reacties, kritieken en bijdragen.

Elly van den Berg – onderzoek naar dialoog

In gesprek zijn met studenten over ervaringen die er toe doen, houdt mij al mijn hele loopbaan bezig. Vanuit het verlangen dat studenten, aankomende professionals, zicht krijgen op wie ze zijn in hun professie. Een eigen verhaal ontwikkelen geeft mogelijkheden om keuzes te maken in de loopbaan en een bijdrage te leveren aan goed werk.

Vele docenten herkennen zich in dit verlangen, blijkt uit ons onderzoek, interactie in de les staat volop in de belangstelling, docenten zoeken bewust de dialoog met studenten. In het onderzoek ervaren we een weerbarstige praktijk, de dialoog gaat niet vanzelf. Hoe kom je nu als docent in een dialoog dat er toe doet voor de student? De dialoog vraagt om te werken met verhalen of ervaringen van studenten. Luisteren naar een verhaal vraagt van een docent of hij iets hoort dat gaat over het zoeken naar zin en betekenis.

Wat vraagt deze manier van communiceren van de docent en van zijn  inbreng in die dialoog? Dialoog vraagt om wederkerigheid, waarbij ervaringen worden verbonden aan waarden en zingeving. Eigenlijk boren we hier een diepere laag aan in het gesprek, de laag van spiritualiteit in de dialoog, van waarden en zin. Juist die wederkerigheid hebben we nog weinig gezien in ons onderzoek. Wederkerigheid lijkt essentieel, vanuit de theorie,  het gaat hier om de inbreng van de docent als subject in de dialoog. Het zorgt voor identificatiemogelijkheden voor onze studenten en draagt bij aan de ontwikkeling van professionele identiteit.

In dialoog werk ik hieraan middels twee onderzoekslijnen:

  1. Het ontwikkelen van een betekenisvolle dialoog door het professioneel hanteren van spiritualiteit.
  2. Het versterken van het zelf van de docent en zijn inbreng in de dialoog.

Graag nodig ik je uit om elkaar te ontmoeten rond de dialoog: evdberg@che.nl.

Fer van de Boomen – onderzoek naar organisatieadvisering

Aanleiding voor mijn onderzoek is de handelingsverlegenheid van organisatieadviseurs die bij willen dragen aan duurzame organisatieverandering.

Duurzame verandering vraagt van de betrokkenen binnen het klantsysteem dat zij hun eigen manier van kijken ter discussie stellen. In de praktijk blijkt dat een lastige opgave. De druk op een organisatieadviseur kan groot zijn om ‘dan maar’ aan te sturen op het oplossen van problemen op de korte termijn. Hoe maak je ruimte voor iets waar geen plek voor lijkt te zijn?

Het promotieonderzoek beoogt een houvast voor organisatieadviseurs op te leveren om tweede ordeleren te stimuleren. Het houvast, dat inmiddels in nauwe samenwerking met 15 organisatieadviseurs is ontworpen, bestaat uit een aantal principes voor het handelen in de praktijk. De principes worden onderbouwd met wetenschappelijke theorie en praktijkgericht onderzoek, en worden geïllustreerd met concrete handelingsopties. Met dit houvast kunnen organisatieadviseurs hun handelingsrepertoire zowel uitbreiden als verfijnen.

De pragmatische validiteit van het houvast wordt op dit moment onderzocht.

Voor meer informatie, mail naar: info@fervandenboomen.nl.

Charlotte Goedmakers – onderzoek naar professionele identiteit van executive coaches

Een sociaal-geograaf in een staalbedrijf, een procesmanager bij de gemeentelijke overheid, een niet-technische scrum master in een IT-bedrijf, een coachend algemeen directeur in een high-tech start-up en een spin in het web in een overname proces: het zijn allemaal rollen waarin ik aanvankelijk als een outsider werkte en verbinding kon maken door krachtige vragen te stellen. In vele verschillende rollen ben ik uitgedaagd om telkens weer mijn eigen authentieke wijze en professionele identiteit onder de loep te nemen. Dat vormt de brandstof voor mijn ambitie om talenten te laten floreren in de werkomgeving en individuen en organisaties te helpen excelleren op hun eigen specifieke manier. Meer dan 35 jaar werkervaring zijn mijn bouwstenen voor een denkraam en een antenne waarmee ik vanuit verschillende perspectieven en rollen, organisaties en hun leiders een spiegel kan voorhouden en helpen te groeien naar excellent functioneren.

Als executive coach begeleid ik leiders, ondernemers, directeuren, managers en professionals op het grensvlak van persoonlijke ontwikkeling en zakelijke rol in de organisatie. Ik loop een eindje mee in hun zoektocht om eigen talenten te laten groeien en om op authentieke wijze effectief te zijn in hun uitdagingen in hun rol. Als supervisor en mentor faciliteer ik coaches in het op peil houden van hun ontwikkeling, kwaliteit en aanbod.

In mijn PhD onderzoek komen mijn passies samen in een wetenschappelijk uitdaging: ontwikkeling van professionele identiteit van executive coaches. Executive Coaches vormen een relatief jonge beroepsgroep in ontwikkeling. Wetenschappelijk onderzoek is pas sinds 1990 goed op gang gekomen. Een van de conclusies daaruit is dat de effectiviteit van coaching sterk samenhangt met de kwaliteit van de relatie tussen de coach en coachee. In hoeverre executive coaches dat doen, hebben zij een grote mate van autonomie en verantwoordelijkheid. Dat vraagt iets van de executive coach. Executive coaches verschillen in de manier waarop zij daar invulling aan geven. Zij ontwikkelen ieder een eigen identiteit als professional en hebben hierdoor een herkenbare eigen ‘kleur’. Hierdoor is er iets te kiezen voor de cliënten. En dat is maar goed ook, want de ‘klik’ tussen coach en coachee is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle samenwerking. Tegelijkertijd zien we naast de verschillen ook overeenkomsten, die maken dat executive coaches als groep herkenbaar zijn ten opzichte van andersoortige coaches en ook andere helpende beroepen als adviseurs, therapeuten, psychiaters.

Wat we nog niet weten is hoe individuele executive coaches hun eigen ‘kleur’ ontwikkelen en hoe tevens de collectiviteit van de beroepsgroep van executive coaches vorm krijgt. Daar richt mijn onderzoek zich op. De uitkomsten kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de professie van executive coaches. Het onderzoek maakt deel uit van mijn promotie traject bij het Amsterdam Business Research Institute aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Meer over mij vind je op LinkedIn.

Valerie Braakman onderzoek naar het hart van leren en ontwikkelen in het MBO

Het is de winter van 2017 als ik mijn eerste stappen zet binnen het MBO. Voor mij een nieuwe wereld om te ontdekken. Via de Universiteit Utrecht, Hogeschool Saxion beland ik in een nieuwe onderwijssetting. Ik ben benieuwd hoe leren en ontwikkelen in deze context eruit ziet én voelt. Het voelt direct vertrouwd. In welke onderwijssetting ik ook kom, uiteindelijk gaat het over leren en ontwikkelen.

Tegelijkertijd merk ik dat het vaak gaat over leren, maar wat is eigenlijk het hart van het beroepsonderwijs? Hoe ontwikkelt een student zich in zijn rol als vakman of -vrouw? Vooral veel vrijheid geven, eigen regie en aansluiten bij interesses? Studenten zelf laten bepalen wat ze willen leren, zelf doelen laten stellen?

Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden is zicht nodig hoe een student grip krijgt op het beroep dan wel de beroepsidentiteit. Hoe bouwen deze (cognitieve) schema’s zich op bij een student? En wat vraagt dit van een docent? Hoe geef je op gefundeerde wijze regie aan een student bij het leren? Kortom, hoe ziet het hart van leren en ontwikkelen eruit in het beroepsonderwijs? Deze vragen vormen het vertrekpunt voor onderzoek wat ik binnenkort hoop te gaan starten.

In de tussentijd ben ik als voorverkenning bezig met onderzoek hoe leren en ontwikkelen eruit ziet bij werkende pedagogische professionals. Op welke wijze ontwikkelt professionele identiteit zich door de jaren heen en wat betekent dit voor initiële opleidingen? En hoe draagt dit bij aan interprofessioneel leren samenwerken? Deze thema’s komen voort uit de RIF Innovatiecluster Kind & Educatie, een grootschalig project in Zwolle waar ik met veel passie en plezier aan meewerk.

Nieuwsgierig? Mail gerust: vbraakman@landstede.nl.